Mijn straat: een bijeengeraapt zooitje
Mijn straat telt ongeveer twintig woningen. Op het eerste oog is het geen bijzondere straat: klassieke snijkoek-woningen waar Nederland mee vol staat. Toch durf ik te zeggen dat ik in een unieke straat woon. En dat komt door het initiatief van de mensen die er wonen.
De inwoners van mijn straat zijn eigenlijk maar een bij een geraapt zooitje. Maar tegelijkertijd lijkt iedereen voor elkaar te zorgen. Zo telt het drie bejaarden stellen. Met het geringste zonnetje komen de zes oudjes naar buiten om met elkaar een wandelingetje te maken, of het bankje in het zonnetje op te zoeken. Ze zitten daar gerust uren. En ze vinden het ook geen probleem een oogje in het zeil te houden wanneer jonge kinderen buiten spelen. De kinderen spreken deze ouderen aan met ‘opa en oma’, en vertellen dolgraag hun verhalen van school. En omgekeerd vertellen de oudjes ook graag hun verhalen van vroeger. Naast de gezinnen en ouderen wonen er ook een aantal alleenstaanden en of hele jonge stellen. Ook al hebben zij het heel erg druk met de start van hun carrière, ze maken altijd tijd voor een praatje op straat. De sociale cohesie kan niet beter.
Gezamenlijke zorg
Ik woon hier nu al zo’n 20 jaar, en kan me nog goed herinneren dat dat vroeger wel anders was. Hoe is dat nou zo gekomen? De ommekeer kwam toen de gemeente besloot het zogenaamde ‘kijkgroen’ uit de wijk kort te wieken. Dit was uit noodzaak, er zat een plantenziekte in de struiken. Er bleef een kale vlakte over midden in de straat, en de gemeente leek er voorlopig geen plannen voor te hebben Aanvankelijk een doorn in het oog van vele bewoners. Tot men er achter kwam dat die ruimte best goed gebruikt kon worden. Het begon met kleine initiatieven van de aangrenzende buren, die er een picknicktafel plaatsten en gras plantten. Dit beviel goed, en al snel ontstond de vraag binnen de buurt: wat kunnen we nog meer met dit stukje grond doen? Er werd een buurt-bijeenkomst georganiseerd en daar kwam het idee van een pleintje, gezamenlijke moestuin en klus-schuurtje uit voort. De buurt heeft subsidie aangevraagd bij de gemeente en daarnaast samen geld ingelegd voor het inkopen van de benodigde spullen, van afvalbakken, hout, stoeptegels, noem maar op. Ieder die wat gereedschap kon missen uit zijn eigen schuur bracht dit naar het klushok. En zodoende ontstond de perfecte ontmoetingsplaats voor de wijk: de moestuin wordt gezamenlijk onderhouden door de mensen die hier een passie voor hebben. En wanneer het oogst-tijd mag iedere buurt bewoner zijn aandeel ophalen.